Deze Nederlandse
handleiding is een vrije bewerking van de originele Franstalige
handleiding.
- De originele handleiding is voor Photofiltre Studio en Photofiltre 7,
deze Nederlandse handleiding is alleen voor Photofiltre 7.
- Originele handleiding: Jean-Claude Bulot & Antonio Da Cruz
Website: www.photofiltre-studio.com/doc/index.htm
- Deze Nederlandse bewerking: Einar Sies
Zie de helppagina voor afspraken en aanwijzingen voor het gebuik.
De helppagina is bereikbaar via de ?-knop rechts op het mneu.
1. Kennismaking
Photofiltre 7
Photofiltre 7 is een
gratis fotobewerkingsprogramma.
Zie de website www.photofiltre.com
Het heeft minder mogelijkheden dan de betaalde versie Photofiltre Studio, maar voor de meeste mensen zijn er ruim voldoende mogelijkheden.
De volgende functies uit PhotoFiltre Studio ontbreken in PhotoFiltre 7 (PF7):
Gif animaties, Vector pad, PhotoPNG (PNG 32 bits afbeeldingen), RAW
formaat, 8BF filters, Spuit-gereedschap (PF7 heeft wel een
spuitbus-gereedschap), Vervormingsgereedschap (PF7 heeft wel een filter
'vervormen'), Rode ogen verwijderen (in PF7 verkrijgbaar als plug-in),
geavanceerd gum (PF7 heeft wel een 'gewoon gum'), perspectief
correctie, horizoncorrectie (met enige moeite ook in PF7 mogelijk)
kadereffekten voor lagen, transparante gradienten in het Alpha
kanaal.
In versie
7 wordt voor het
eerst het gebruik van lagen ondersteund. Voorheen moest u voor het gebruik van lagen de betaalde versie aanschaffen.
- Zie het hoofdstuk Lagen: introductie
voor meer informatie over lagen.
- Zie de helppagina voor afspraken over de notatie in deze handleiding, o.a.het gebruik van [ en ].
Interface
Hieronder zijn de verschillende onderdelen van het
Photofiltre-venster aangegeven:
- De menubalk
Alle functies kunnen via het menu worden uitgevoerd.
- De werkbalken:
- de standaard werkbalk (2a), voor
snelle toegang tot de belangrijkste functies.
- De filter-taakbalk (2b), voor een
aantal functies en filters
De filter-taakbalk kan worden
verborgen om meer ruimte te maken voor het werkgebied.
Een overzicht van alle toetsen op de beide werkbalken vindt u in het hoofdstuk Werkbalken.
- Het kleurenpalet
Hier kunnen de voor- en achtergrondkleur worden gekozen.
- De werkruimte met een geopende afbeelding.
Aan de linkerkant van het afbeeldingsvenster bevindt zich de lagen-balk
(4a).
- Het gereedschapspalet
Het gereedschapspalet bevat selecties, tekengereedschappen en editing
gereedschappen.
- De statusbalk
De statusbalk geeft informatie over:
- de lopende taak.
- afmeting en kleurenmodus van de actieve afbeelding
- plaats van de muisaanwijzer
- plaats en afmetingen van de selectie
of (als er niets is geselecteerd de naam en map van de afbeelding.
De beeldweergave
Vensters organiseren
Elke geopende afbeelding wordt in een apart venster geplaatst.
Zie ook het hoofdstuk Een afbeelding openen.
- Het menu [Venster] geeft een lijst van alle geopende
afbeeldingen.
- Met
[Venster > Alle vensters schikken] worden de vensters zo
gestapeld, dat de randen van alle vensters zichtbaar zijn. Met een klik
op zo'n rand wordt het betreffende venster boven op de stapel gezet.
- Met [Venster > Naast elkaar] respectivelijk [Venster > Onder elkaar] zet u de geopende afbeeldingen
(maximaal 3) naast elkaar dan wel onder elkaar.
Bij meer dan 3 afbeeldingen
worden de vensters geranschikt in rijen en kolommen.
Door in de lijst of in de werkruimte op een venster te klikken wordt
de betreffende afbeelding geactiveerd en kan worden bewerkt.
Zoomen
Photofiltre biedt
verschillende mogelijkheden om in of uit te zoomen. (De afbeelding
wordt dan groter of kleiner getoond; de afmetingen van de afbeelding
zelf veranderen daarbij niet.)
Hierbij betekent 100%: 'ware grootte', de echte afmetingen van de
afbeelding;
200% : 2x vergroot;
400% : 4x vergroot,
50% : 2x verkleind (dus halve grootte)
25% : 4x verkleind (kwart van de grootte), enz.
- Antialias maakt schuine lijnen strakker (zonder
rafels). U kunt
dit aan- en uitzetten met [Beeld > Antialias]. Bij heel grote
afbeeldingen kunt u dit uitzetten tijdens bewerkingen als het bewerken daardoor traag wordt.
Bij een zoom van meer dan 100% wordt antialias automatisch
uitgeschakeld.
Inzoomen:
- werkbalk: met de knop of de lijstbox (kies daarna de gewenste
vergroting: 200%...1600%.)
- toetsenbord: [+]
- muiswiel (omlaagdraaien)
Uitzoomen
- menu: [Beeld > Uitzoomen]
- werkbalk: met de knop of de lijstbox (kies daarna de gewenste vergroting:
10%...75%.)
- toetsenbord: [-]
- muiswiel (omhoogdraaien)
Ware grootte
- menu: [Beeld > Originele afmetingen]
- werkbalk: met de knop of de lijstbox (kies 100%)
- toetsenbord: [=]
Automatisch zoomen
- menu: [Beeld > Automatisch zoomen]
- werkbalk: met de knop of de
lijstbox (kies <auto>)
- toetsenbord: [*]
- klik op het muiswiel
De hele afbeelding wordt
getoond, indien mogelijk op ware grootte (100%).
Indien nodig wordt het venster vergroot om de hele afbeelding te tonen.
Is
het venster zo groot mogelijk, maar past de afbeelding nog niet het
venster, dan wordt de afbeelding zó verkleind dat zowel de hoogte als
de
breedte in het venster passen.
Volledig scherm
- menu: [Beeld > Volledig scherm / diashow]
- werkbalk: met de knop
- toetsenbord: [Ctrl + F]
Bij het volledige scherm
zijn alle balken verborgen. Alleen de afbeelding wordt getoond.
De afbeelding wordt op ware grootte getoond, tenzij de afbeelding dan
niet op het scherm past. In dat geval wordt de afbeelding verkleind tot
hij net past.
- Volledig scherm wordt uitgeschakeld met [Esc]
Bladeren tussen afbeeldingen
Als een afbeelding geopend is uit een map waarin nog meer
afbeeldingen staan, kan als volgt gebladerd worden tussen de
verschillende afbeeldingen:
- [Page Up] of [PgUp]: volgende afbeelding uit de map
- [Page Down] of [PgDn]: vorige afbeelding uit de map
- [Home]: eerste afbeelding uit de map
- [End]: laatste afbeelding uit de map
Opmerkingen:
- Eerste, laatste, volgende, vorige afbeelding. Photofiltre sorteert de
afbeeldingen op naam.
- De afbeeldingen worden niet geopend. Ze kunnen zo alleen worden
bekeken, niet bewerkt of gekopieerd.
- Bladeren tussen afbeeldingen werkt ook in het
Volledig Scherm
Het raster gebruiken
Het raster kan worden gebruikt om nauwkeurig te tekenen. Zie de
figuren hieronder.
links: zonder raster;
rechts: met raster
Het raster kan worden aan- en uitgezet met [Beeld > Raster tonen].
Beeldeigenschappen
Beeldeigenschappen weergeven
- Met [Bestand > Eigenschappen afbeelding] of [Ctrl+J] geeft u
de eigenschappen van de actieve afbeelding weer.
- Er worden (twee of) drie tabs met informatie getoond:
- Afbeelding:
Getoond worden (bestands-)naam van de afbeelding, naam van de map,
afmetingen in pixels en cm (of inch), resolutie, aantal kleuren,
bestandsgrootte, datum, geheugenbeslag (hoeveel ruimte neemt de
afbeeling in beslag in het geheugen van de computer), geheugenbeslag
voor herstel (de hoeveelheid geheugen die nodig is om bewerkingen ind e
afbeelding weer ongedaan te maken).
- EXIF:
De EXIF gegevens zijn de gegevens die een digitale camera bij het nemen
van een foto vastlegt (bv. gebruikte brandpuntsafstand, sluitertijd,
enzovoort).
Deze tab is niet aanwezig als bij de foto geen EXIF
gegevens zijn opgeslagen.
- Commentaar
Eventueel bij de camera opgeslagen commentaar
Commentaar toevoegen
Voeg als volgt commentaar toe aan een afbeelding:
- Open de afbeelding
- Tik [Ctrl+J] of kies in het menu
[Bestand > Eigenschappen afbeelding]
- Klik op de tab [Commentaar]
- Tik het commentaar in.
- Klik op [Bevestigen] en dan op [Ok].
Het commentaar wordt samen met de afbeelding opgeslagen.
- Commentaar wordt alleen opgeslagen als de afbeelding
wordt bewaard in een van de volgende formaten:
PFI, JPEG, GIF, PNG.
Contextmenu's en sneltoetsen
Contextmenu's
Vaak kan een bewerking worden uitgevoerd met het contextmenu.
Dit kan als volgt worden gebruikt:
- Wijs met de muis het element aan waarop u een bewerking wilt
uitvoeren (selectie, laag, lagenbalk).
- Klik met de rechter muisknop.
- Kies (met de linker muisknop) in het contextmenu de gewenste
bewerking.
Sneltoetsen
Sneltoetsen zijn toetscombinaties waarmee u een bewerking kunt
uitvoeren zonder gebruik te maken van het menu. Enkele voorbeelden: Met
[Ctrl+O] opent u een afbeelding, met [Ctrl+J] opent u het
beeldeigenschappenvenster, met [+] zoomt u in.
Zie het hoofdstuk Sneltoetsen voor
een overzicht van alle sneltoets-combinaties.
Ongedaan maken en opnieuw uitvoeren
Ongedaan maken
Soms heeft een bewerking niet het effekt dat u voor ogen had. Dan is
het goed te weten dat u deze bewerking bijna altijd weer ongedaan kan
maken, omdat Photofiltre de afbeelding voor elke bewerking opslaat. In
de meeste gevallen kunt u verschuillende bewerkingen ongedaan maken.
U maakt een bewerking ongedaan op een van de volgende manieren ongedaan:
- Menu: [Bewerken > Ongedaan maken <commandonaam>]
In plaats van <commandonaam> staat de naam van de bewerking
die ongedaan kan worden gemaakt, bv. Ongedaan maken verscherpen.
- Werkbalk: de knop Ongedaan maken
<commandonaam>
- Toetsenbord: [Ctrl+Z]
Opnieuw
U kunt ook de laatste ongedane bewerking(en) opnieuw uitvoeren.
Dat gaat op de volgende manieren:
- Menu: [Bewerken > Opnieuw <commandonaam>]
In plaats van <commandonaam> staat er de naam van de bewerking
die opnieuw uitgevoerd kan worden, bv. Opnieuw Omkaderen en vullen.
- Werkbalk: de knop Opnieuw
<commandonaam>
- Toetsenbord: [Ctrl+Y]
Laatst bewaarde versie herstellen
U kunt in één keer alle veranderingen ongedaan maken, die u heeft
uitegvoerd sinds u de afbeelding voor het laatst opsloeg. Dat gaat als
volgt:
- Menu: [Bestand > Opnieuw laden]
- Toetsenbord: [Ctrl+R]
In beide gevallen wordt gevraagd of u wilt terugkeren naar de laatst
bewaarde versie.
Klik op Ja als u inderdaad alle veranderingen sindsdien ongedaan wilt
maken.
Geschiedenis
U kunt bewerkingen ongedaan maken, doordat Photofiltre voor elke
bewerking telkens een kopie opslaat van de afbeelding. Dit wordt de
geschiedenis genoemd.
- Zie het hoofdstuk Voorkeuren voor het instellen van de
geschiedenis.
- Met de menukeuze [Bewerken > Wissen >
Geschiedenis] wist u de geschiedenis van een afbeelding. Dit maakt het
door de geschiedenis gebruikte geheugen vrij. Maar u kunt de eerdere
bewerkingen aan de afbeeldingen niet meer ongedaan maken.