11. Lagen: meer bewerkingen

Zie de index over lagen

Inleiding

In dit hoofdstuk staan wat ingewikkelder bewerkingen met lagen.

Mengmodus

mengmodusDe mengmodus bepaalt hoe een laag met de onderliggende laag 'mengt'.
U kunt dit instellen in het vak [Mengmodus] onderaan het gereedschap palet. Dit vak is alleen zichtbaar als het [Laag beheer gereedschap] actief is. In de figuur hiernaast staat in groene letters het overzicht van de beschikbare mengmodi

  • Normaal is de standaard modus. In dit geval wordt niet gemengd. De laag ligt op de achterliggende lagen. Als de dekking 100% is, zijn de achterliggende lagen niet te zien.
  • Andere mengmodi
    In de andere mengmodi worden de pixels van de laag  gecombineerd met de pixels van de onderliggende lagen. (Steeds worden alleen pixels op dezelfde positie gecombineerd: dus de laagpixel op positie 0,0 (linksboven) wordt gecombineerd met de achtergrondpixel op positie 0,0.
    Hiermee zijn allerlei speciale effekten te verkrijgen.
    Hoe de pixels gecombineerd worden is niet vermeld in de originele documentatie, al is dit bij enkele modi wel direct af te leiden uit de naam (de resultaten zijn geverifieerd):
    • Minimum: het resultaat is de pixel met de kleinste kleurwaarde (per kleur vergeleken).
      • Voorbeeld 1:
        voorgrond:     RGB(  255,    0,    0)    (rood)
        achtergrond:  RGB(   64, 255, 255)   (cyaan)
        >>>resultaat:  RGB(   64,     0,    0)                           (donker bruin)
      • Voorbeeld 2:
        voorgrond:     RGB( 192, 192,  192)   (grijs)
        achtergrond:  RGB( 128,     0,  255)   (blauwpaars)
        >>>resultaat:  RGB( 128,     0, 192)                            (paars)
    • Maximum: het resultaat is de pixel met de grootste kleurwaarde (per kleur vergeleken)
      • Voorbeeld 1:
        voorgrond:     RGB(  255,    0,    0)    (rood)
        achtergrond:  RGB(    64, 255, 255)   (cyaan)
        >>>resultaat:  RGB(  255, 255, 255)                           (wit)
      • Voorbeeld 2:
        voorgrond:     RGB( 192, 192, 192)    (grijs)
        achtergrond:  RGB( 128,     0, 255)   (blauwpaars)
        >>>resultaat:  RGB( 192, 192, 255)                            (licht grijsblauw)
    • Verschil: het resultaat is het verschil van beide kleurwaarden (de ene min de andere)
      • Voorbeeld 1:
        voorgrond:     RGB(  255,    0,    0)    (rood)
        achtergrond:  RGB(    64, 255, 255)   (cyaan)
        >>>resultaat:  RGB(  191, 255, 255)                           (licht cyaan)
      • Voorbeeld 2:
        voorgrond:     RGB( 192, 192, 192)    (grijs)
        achtergrond:  RGB( 128,     0, 255)   (blauwpaars)
        >>>resultaat:  RGB(   64, 192,  63)                             (groen)
      • Opmerking:
        • Als twee lagen exact hetzelfde zijn, is het resultaat zwart. Het aftrekken van identieke pixels levert 0 op, de kleurwaarde voor zwart.
    • Vermenigvuldiging: de kleurwaarde van de ene  pixel wordt vermenigvuldigd met de kleurwaarde van de andere pixel en dan gedeeld door 255 (de maximale kleurwaarde)**:
      ** Er moet gedeeld worden door 255 om het resultaat tussen 0 en 255 te krijgen.

      • Voorbeeld 1:
        voorgrond:     RGB(  255,    0,    0)    (rood)
        achtergrond:  RGB(    64, 255, 255)   (cyaan)
        >>>resultaat:  RGB(    64,    0,     0)                            (donkerbruin)
      • Voorbeeld 2:
        voorgrond:     RGB( 192, 192, 192)    (grijs)
        achtergrond:  RGB( 128,     0, 255)   (blauwpaars)
        >>>resultaat:  RGB(   96,    0, 192):                           (paars)
  • Transparante delen van een laag doen niet mee in de mengmodus. Een transparante kleur heeft geen kleurwaarde, dus kan ook niet worden opgeteld, afgetrokken....
  • Merk op dat het resultaat van de hierboven genoemde mengmodi er niet van afhangt welke laag boven is en welke onder. In  beide gevallen is het resultaat hetzelfde.
    Bij de normale mengmodus is dat wel zo: de bovenste wordt getoond, de onderste niet (als er geen transparantie is).
  • In alle mengmodi kan ook nog de transparantie worden ingesteld.

Twee lagen samenvoegen

Bij het samenvoegen van twee of meer lagen wordt van de samen te voegen lagen één laag gemaakt, die er net zo uit ziet als de oorspronkelijke lagen samen.
Het samenvoegen van lagen vermindert de bestandsgrootte van de afbeelding. Maar de informatie van de samengevoegde lagen is niet meer afzonderlijk beschikbaar. Als bijvoorbeeld een tekstlaag wordt samengevoegd met de daaronderliggende afbeeldingslaag, kan de tekst niet meer worden gewijzigd.

U voegt een laag als volgt samen met de laag die daar direct onder ligt:

  • Selecteer de bovenste van de twee lagen die u wilt samenvoegen, door in de lagenbalk op het miniatuur van die laag te klikken.
  • Menu: [Laag > Samenvoegen met vorige laag]
  • of Toetsenbord: [Ctrl+Enter]
  • De onderste laag moet van het type afbeeldingslaag zijn.

Een aanpassingslaag samenvoegen

U kunt op de manier die hierboven beschreven is ook een aanpassingslaag samenvoegen met de afbeeldingslaag eronder.
De bestandgrootte daalt hierdoor echter maar weinig.

Alle lagen samenvoegen

U kunt alle lagen samenvoegen tot één laag. De bestandsgrootte van de afbeelding wordt hierdoor veel kleiner, maar het is niet meer mogen de afzonderlijke lagen te bewerken.

Het wordt daarom aangeraden om alle lagen pas samen te voegen tot één laag als u klaar bent met het bewerken van de afzonderlijke lagen.
Ook is het verstandig om een versie van de afbeelding te bewaren met alle lagen, als u denkt dat u later misschien de afzonderlijke lagen wilt bijwerken.

Het samenvoegen van alle lagen gaat op een van de volgende manieren:

  • Menu: [Laag > Alle lagen samevoegen]
  • of toetsenbord: [Shift+Enter]

Alle lagen worden samengevoegd met de achtergrond tot één laag.

  • Verborgen lagen worden niet mee samengevoegd.
    Als u dus een of meer lagen niet wilt samenvoegen, moet u die eerst verbergen.

Een tekstlaag omzetten in een afbeeldingslaag

Een tekstlaag is heel handig, omdat de tekst altijd nog kan worden veranderd. Maar sommige effekten kunnen niet worden uitgevoerd op een tekstlaag. Zo is het niet mogelijk om de tekengereedschappen te gebruiken in een tekstlaag.

PhotoFiltre kan een tekstlaag omzetten in een afbeeldingslaag, zodat u wel tekengereedschappen kunt gebruiken en bepaalde filters. Het veranderen van de tekst is nu echter niet meer mogelijk.
U zult dus steeds moeten afwegen of u een tekst wilt omzetten naar een afbeeldinsglaag of niet.
Doe het niet als u de tekst nog wilt veranderen.

Zet de tekst op een van de volgende manieren om naar een afbeeldingslaag:

  • Selecteer de tekstlaag door op het miniatuur ervan in de lagenbalk te klikken
    en kies dan via het menu [Laag > Converteer tekst naar afbeeldingslaag]
  • of rechtsklik op het miniatuur en kies [Converteer tekst naar afbeeldingslaag]
    (Met het rechtsklikken wordt de laag al geselecteerd, u hoeft dit dus niet apart te doen)

Samenvoegen van de schaduw

U kunt tekstlagen en afbeeldingslagen voorzien van een schaduw. Deze schaduw past zich automatisch aan aan veranderingen die u in de laag aanbrengt, zoals het groter maken van de tekst.

In het hoofdstuk Een nieuwe laag maken staat beschreven hoe dat gaat.

Dit kost echter veel rekenwerk, zodat het enige tijd duurt eer de afbeelding na openen of wijzigen zichtbaar wordt. Als dit irritant wordt kunt u de schaduw samenvoegen met de laag.

Hierdoor wordt de schaduw onderdeel van de afbeelding en past zich niet meer aan als het object waarvan het de schaduw is wordt aangepast.

U voegt de schaduw op een van de volgende manieren samen met de laag:

  • Selecteer de betreffende laag en kies dan via het menu [Laag > Schaduw samenvoegen]
  • of rechtsklik op het miniatuur van de btreffende laag en kies [Schaduw samenvoegen]
  • Een tekst moet eerst worden omgezet naar een afbeeldingslaag, voordat de schaduw kan worden samengevoegd.

De alfa-transparantie van een kleur wijzigen

Om de alfa-transparantie van een kleur in een laag te wijzigen selecteert u eerst de laag (door in de lagenbalk te klikken op het miniatuur van de laag) en start het wijzigen dan op een van de volgende manieren:

  • Menu: [Laag > Transparantie > Transparantie kleur...]
  • of Werkbalk: knop transparante kleur

Nu verschijnt het dialoogvenster waarin u de transparantie kleur kunt instellen:

    dialoogvenster
  • Kleur
    Bepaalt welke kleur transparant wordt.
    Als u de muis over de laag beweegt, verandert de cursor in een pipet. Klik op de gewenste kleur.
    U kunt natuurlijk ook de kleur instellen door op het vakje kleur te klikken of dubbelklikken.
  • Tolerantie
    Bepaalt of precies één kleur transparant wordt, of dat ook kleuren die er op lijken.  Zie Wat is tolerantie en Wat zijn kleurwaarden voor meer informatie.
  • Dekvermogen
    Het [dekvermogen] oftewel de dekking bepaalt hoe transparant de kleur wordt.
    Bij 0% is de geselecteerde kleur helemaal transparant,
    bij 100% is de geselecteerde kleur helemaal ondoorzichtig (niet transparant). 
  • Meteen bekijken
    Het effekt is op de afbeelding direct te zien, niet pas na een klik op OK.
    (Schakel deze optie uit als uw computer hierdoor traag reageert.)

De alfa-transparantie van (een deel van) een laag wijzigen

U kunt ook de alfa-transparantie instellen voor een geselecteerd deel van een laag.
Dit gaat als volgt:

  • Selecteer het gedeelte van de laag waarvan u een kleur transparant wil maken.
  • Kies in het menu [Laag > Transparantie... > Dekking...]
    Het dialoogventster Dekking verschijnt.
dialoogvenster dekkingHier kunt u het volgende instellen:

Dekvermogen

De dekking van het geselecteerde deel van de laag:
0% is volledig transparant, 100% volledig ondoorzichtig.

Opnieuw

Als [Opnieuw] is aangevinkt is de ingestelde dekking absoluut. Er wordt geen rekening gehouden met een eerder ingestelde dekking. 

  • Als [Opnieuw] niet is aangevinkt, wordt rekening gehouden met de eerder ingestelde dekking.
    • Is de dekking van een laag ingesteld op 80%, en stelt u daarna de dekking van die laag in op 50%, dan wordt de nieuwe dekking van de laag 50% van 80% is 40%.
  • Als [Opnieuw] wel is aangevinkt, wordt geen rekening gehouden met de eerder ingestelde dekking.
    • Is de dekking van een laag ingesteld op 80%, en stelt u daarna de dekking van die laag in op 50%, dan wordt de nieuwe dekking van de laag 50%. (Er wordt dan geen rekening gehouden met de eerder ingestelde 80%).
  • De transparantie geldt voor alle kleuren in het geselecteerde deel van de laag.
  • Als geen selectie is gemaakt geldt de transparantie voor de hele laag.

 
naar de indexnaar de vorige paginanaar de volgende pagina