De tekst van een webpagina inclusief alle tags. Je ziet de broncode als je een webpagina opent in een editor zoals Notepad++.
Een browser, ook webbrowser genoemd, is een programma om webpagina's mee te bekijken. Bekende browsers zijn Chrome, Firefox, Internet Explorer, Opera, Safari.
Een computer die (of computerprogramma dat) diensten afneemt van een server. Als je op je computer naar een webpagina kijkt is jouw computer de client, de computer waarop de webpagina staat de server.
Een afkorting van Cascading Style Sheets oftewel stijlbladen. Stijlbladen zijn bedoeld om de vormgeving van de webpagina's te specificeren. De aanduiding css wordt ook gebruikt ter aanduiding van de 'taal' van die specificaties.
De naam van een website, zoals bv. websitesmetstijl.nl en microsoft.com. Het deel van de naam na de punt kan zijn org (organisatie), com (commercieel), of de afkorting van een land (nl - nederland). De naam moet geregistreerd worden om te voorkomen dat verschillende websites dezelfde naam krijgen. Het register van de .nl namen wordt beheerd door SIDN (website: www.sidn.nl). In feite bestaat dit register uit een tabel met per regel de domeinnaam en het ip-adres van de server waarop de website gehost wordt.
Het binnenhalen (kopiëren) van een bestand of webpagina van de 'webcomputer' (de server) naar de 'eigen' computer (de client).
Met het actieve menu-item bedoel ik het menu-item mee van de pagina in beeld.
Alle menu-items zijn hyperlinks. Maar klikken op het actieve menu-item heeft geen zin: dan ga je naar de pagina die al in beeld is.
Daarom is het de gewoonte om het actieve menu-item een wat andere opmaak te geven.
In de figuur hierboven is vogels het actieve menu-item. Kennelijk is in de afbeelding de pagina over vogels in beeld.
In de cursus gebruik ik twee methoden om het actieve menu-item in de html aan te geven.
Afkorting voor File Transfer Protocol, protocol voor de overdracht van bestanden. Door dit protocol is het oversturen van bestanden van verschillende computers met verschillende besturingssystemen mogelijk. Een FTP-programma is een programma voor de overdracht van bestanden. Er zijn vaak twee versies van dergelijke programma's:
Het bieden van opslagruimte voor een website.
Hosting provider of internet provider, vaak afgekort tot provider.
Een provider biedt internetdiensten aan zoals:
Afkorting van HyperText Markup Language; een taal voor de opmaak van webdocumenten (html-pagina's).
De taal bestaat uit een aantal tags, codes tussen de haken
Tags of html-tags zijn codes tussen de haken
Het identificatienummer waarmee een computer kan worden aangeduid. Elke computer heeft zo'n uniek ip-adres.
Er zijn twee soorten IP-adressen: IPv4 en IPv6 adressen:
In Nederland wordt IPv6 nog niet erg veel gebruikt, omddat de meeste providers nog IPv4 adressen in voorraad hebben, en verschillende computers in een netwerk samen één iIP4 adres kunnen delen.
Overigens wordt in de praktijk altijd een domeinnaam gebruikt (websitesmetstijl.nl) in plaats van het IP-adres.
(Zie bij domein naaam).
Provider, ook wel hosting provider of internet provider genoemd.
Een provider biedt internetdiensten aan zoals:
Een server of webserver is een computerprogramma (server program) dat diensten aanbiedt aan andere computers, de clients (klanten). Meestal duidt men met 'server' (ook) de computer aan waarop het serverprogramma staat.
Een server in een netwerk zorgt ervoor dat de computers van dat netwerk de door de server beschikbaar gestelde informatie kunnen inzien en ophalen.
Tags of html-tags zijn codes tussen de haken < en > om html-elementen mee aan te duiden, zoals <div>, <h1>, <p>.
Het verzenden van een bestand van de 'eigen' computer (client) naar een webserver. (Hiervoor is een ftp-programma nodig.)
In browsers worden voortdurend nieuwe mogelijkheden ingebouwd. Zolang deze in een bepaalde browser nog experimenteel zijn wordt de nieuwe eigenschap nog voorafgegaan door een zogenaamde browser prefix.
Enkele vendor prefixen: -webkit- (chrome, safari, opera), -o- (opera), -moz- (mozilla).
Zie het naslagblad over vendor pefix.
Een webbrowser, ook browser genoemd, is een programma om webpagina's mee te bekijken. Bekende browsers zijn Chrome, Firefox, Internet Explorer, Opera, Safari.
Een webserver of server is een computerprogramma (server program) dat diensten aanbiedt aan andere computers, de clients (klanten). Meestal duidt men met 'server' (ook) de computer aan waarop het serverprogramma staat.
Een server in een netwerk zorgt ervoor dat de computers van dat netwerk de door de server beschikbaar gestelde informatie kunnen inzien en ophalen.